IN FEBO FIDE
 (litanie der kwaletariërs)

Bruisend schroeit kadervervlees.
Tot staaf gerold hormonenbeest
bezweet het vette ruitje;

een emmer spuwt ejaculaat
versmoort in saus het lauwe braad
dat oprispt in zijn huidje.

En daar in 't plastic struikgewas
lonkt opgetast in ganzepas
een mooi dozijn kipcorno-

De foto's van het eindproduct
in goudbruin licht knap opgesmukt
herinneren aan porno.

Plots slip: man-val, kalfskroket !
-schoen rust zacht op weefselbed-
Zijn vloek scheurt als een blikschaar.

Het speeksel dat hem dies verlaat
blijkt taai en spant een trage draad
van lipgrot tot in sikhaar.

Het krijsgat van een jengelwicht
wordt snel met frikadel gedicht-
de vetprop stelpt het pesten.

Bijstand vult de fruitkastla,
gevuld door hare krulspeldma
dit is haar ziel, haar resten.


Adonisright '93; Guido Aben & Rinie Hoogendoorn